AUTISME
Als autismecoach begeleiden we (normaal)begaafde kinderen en jongeren in het beter begrijpen van hun diagnose en zoeken we samen naar manieren om meer plezier en rust te ervaren.
En tant que coach nous clarifions le diagnostique et cherchons ensemble plus de plaisir et de calme.
Zintuiglijke verwerking
De 10 zintuigen
Onderzoek heeft aangetoond dat de zintuiglijke verwerking bij mensen met autisme anders verloopt dan bij neurotypische personen. Dit kan leiden tot problemen om zich te handhaven op school, op de werkplek of in de maatschappij. Het is ook een verklaring voor de existentiële angst die mensen met autisme ervaren.
We kennen de 5 standaard zintuigen: horen, zien, voelen, proeven, ruiken. Ze brengen de wereld van buiten naar binnen.
Kinderen met autisme vertonen vaak een zintuiglijke onder- of overgevoeligheid. Ze zijn bv heel gevoelig voor geuren en smaken; ze ruiken de geur van mensen die langslopen of kokhalzen bij het proeven van bepaalde smaken. Andere kinderen houden net van heel uitgesproken smaken zoals olijven of pikant eten. Sommigen zijn overgevoelig voor de textuur van bepaalde voeding, bv champignons, of houden vooral van krokant eten. Kinderen die visueel heel gevoelig zijn kunnen last hebben van fel licht of drukke patronen op kledij, behangpapier, gordijnen of bv tafelkleden. Bij overgevoeligheid voor geluid zetten ze hun handen op hun oren of zonderen zich af van grote groepen mensen. Kinderen met een overgevoelige tastzin willen enkel zachte kledij dragen, kunnen angst hebben voor het gevoel (en geluid) van water, ... Anderen zoeken net tactiele prikkels op door alles vast te pakken, in hun mond te steken, te kliederen,...
Deze zintuiglijke over-of onderprikkeling kan leiden tot zorgwekkend gedrag zoals eetproblemen, niet willen douchen, woede, huilbuien, zich terugtrekken of een algemeen gevoel van angst ...
Op school zullen deze problemen niet of nauwelijks opgemerkt worden bij kinderen met een normale of goede begaafdheid en in het bijzonder bij meisjes omdat zij meer sociaal wenselijk gedrag vertonen. De opgebouwde stress kan echter volledig tot ontlading komen thuis of het kind valt gewoon in slaap na school.
Deze 5 zintuigen zijn op hun beurt gekoppeld aan 5 innerlijke zintuigen (interosensoren) die noodzakelijk zijn om te kunnen overleven.
Vestibulaire : evenwicht en versnelling
Proprioceptie: beweging
Interoceptie: organen
Nociceptie: pijnervaring
Thermoceptie: temperatuur
Kinderen kunnen ook hier onder- of overgevoelig zijn.
Ouders van kinderen met autisme merken vaak al voor een diagnose op dat hun kinderen gedrag vertonen dat wijst op een andere innerlijke zintuiglijke wereld.
Vestibulair
Houterig bewegen, veel vallen bij het leren stappen, botsen, laat leren fietsen, hoogtevrees, angst voor liften ...
Proprioceptie
In 99% van de gevallen ondergevoelig
Houden van inbakeren, hoofdbonken, pietsen, botsen tegen voorwerpen, wiebelen, ronddraaien, steeds muts op willen, strakke kledij, kauwen op kledij, knoeien bij het eten, in hoekjes of dozen kruipen, zware schoenen, steeds rugzak dragen...
Interoceptie
Laat zindelijk worden, blijven dooreten, vergeten eten of drinken,...
Nociceptie
Heel gevoelig of helemaal niet gevoelig voor pijn, angst voor prik, prikkende insecten, dokters, kneuzingen en verwondingen niet opmerken, ...
Thermoceptie
Zomerkledij aan willen in de winter, een dikke trui bij 30°C,...
Proprioceptie
De moeilijkheden om de positie van het eigen lichaam waar te nemen kunnen leiden tot stress, problemen met emotieregulatie, een laag zelfbeeld en existentiële angst. Bied minstens om de 3 à 4 uur activiteiten aan van een 10-tal minuten die beroep doen op kracht en coördinatie.
Harken, vegen, kruiwagen, duwen, gras afrijden,...
Dozen, flessen, boeken laten verplaatsen, boodschappen dragen, rugzak dragen, zware schoenen,...
Houthakken, verhuizen, laden en lossen, poetsen, trappen lopen,...
Eenvoudige taakjes doorheen de dag verhogen het proprioceptisch gevoel.
In doos kruipen, tegen de muur slapen, in tent of slaapzak slapen, ...
Muts of pet dragen, aansluitende kledij, zware of te kleine schoenen,...
Rondlopen met zware rugzak, houden van zware jas, enkelgewichten, ...
Gebruik deze activiteiten om overprikkeling en/of driftbuien te voorkomen!